Als veekoopman reisde hij 's-woendags naar Flakkee en kwam vrijdags, voor Erev-Sjabbat, weer naar huis. 's-Maandags ging hij dan zijn gekochte koeien van het Flakkeese veer halen en naar de markt in Rotterdam brengen. Philip die op zakengebied een pientere handelaar was, heeft Hendrika niet tegengehouden, toen ze, het wachten moe, op 29 juni 1926 naar Middelstum in Groningen vertrok. 
Maar ze kreeg steun vanuit een hoek waar ze het vast niet verwachtte. De dorpsbewoners. Zo vaak Philip met hen sprak of bij hen binnenliep, zo vaak maakten ze hem duidelijk welk een stommeling hij was om zo'n bijzondere vrouw te laten gaan.

Toen heeft Philip een brief gestuurd aan Mej. H Hoogstraal, p/a veehandelaar J. van Haren te Middelstum Groningen. Wat er in die brief stond laat zich raden. Hendrika heeft hem gelezen en op 21 januari 1927 stonden ze samen in Groningen onder de choepa. 

Het was voor Hendrika geen gemakkelijke taak die ze op zich nam. Ze trouwde dan weliswaar met Philip, maar kreeg er de zorg voor de twee ongetrouwde ooms, Jacob en Hertog bij.